Opleiding tot zweefvlieger bij de VCH

Zo word je zweefvlieger

TheorieDe VCH heeft een groot aantal instructeurs en twee moderne opleidingstweezitters. De instructeurs draaien hun vrijwillige diensten volgens een rooster, zodat de leerling-zweefvlieger met verschillende instructeurs vliegt. De vluchten worden samen met de voltooide oefeningen bijgehouden in een logboek, zodat de opleiding gestructureerd verloopt. Afhankelijk van het weer, het aantal aanwezige leerlingen en de duur van de vluchten, maakt de leerling zo'n 2 tot 5 starts op een vliegdag.

Vanaf de eerste vlucht wordt de DBO'er (= Dubbel Besturings Onderricht) bekend gemaakt met de besturing van het vliegtuig. Je bedient zelf de stuurknuppel en de pedalen. Ook het naar buiten kijken is erg belangrijk, zowel naar andere vliegtuigen als naar de wolken en het weer. Er wordt geleerd om de instrumenten te interpreteren en de radio en elektronische instrumenten te bedienen. Je leert zowel starten achter een sleepvliegtuig als het starten aan een lier, en natuurlijk wordt elke vlucht afgesloten met de landing.

De club zorgt voor het theorieboekje Elementaire Vliegopleiding. Hiermee kan je thuis alle oefeningen voorbereiden en nalezen. Ook de instructeurs zorgen voor theoretische uitleg. Wanneer je er aan toe bent, meestal na zo'n 40 tot 60 starts, breekt het grote moment aan: de eerste solovlucht. Hierna vliegt je als kersverse piloot nog een aantal keer alleen op de bekende tweezitter, af en toe afgewisseld door een vlucht met een instructeur.

Voortgezette vliegopleiding

Wanneer je word overgebrieft op een een éénzitter, breekt een nieuw tijdperk aan in je carrière. Binnen een straal van 5 km rond het vliegveld kun je je bekwamen in het thermiekvliegen en vliegervaring opbouwen. Als "solist" geeft de instructeur je voor en na elke vlucht een briefing en houdt hij je vooruitgang in de gaten. Tijdens de winter wordt in samenwerking met de NNZC Veendam een theoriecursus gegeven. In Solohet voorjaar doen de kandidaten examen in de vakken Constructie, Theorie van het vliegen (aërodynamica), Voorschriften, Zweefvliegtuigen, Meteorologie, Navigatie, Human Performance en Instrumenten. Verderop tijdens het seizoen wordt door twee examinatoren het praktisch examen afgenomen, waarin je je zult moeten bewijzen in een aantal oefeningen en in het "vliegerschap". Als je dit examen gehaald hebt, ben je de trotse bezitter van een GPL (Glider Pilot Licence), ook bekend als Zweefvliegbewijs (ZVB) of RPL-G.

Met het vliegbrevet op zak

Met het GPL op zak mag je onafhankelijk van een instructeur vliegen en kun je overlandvluchten maken: tochten naar andere vliegvelden of keerpunten. Bij elke overlandvlucht verleg je je eigen grenzen: driehoeks- en retourvluchten van 300 km zijn geen uitzondering en zelfs een afstand van 500 km wordt af en toe gevlogen. Expedities naar het buitenland en wedstrijden behoren tot de mogelijkheden. Ook heeft de VCH een voor kunstvluchten (aerobatics) toegelaten tweezitter.

Uiteraard is de opleiding eigenlijk nooit "afgelopen", elk jaar vliegt iedere vlieger met een instructeur. Ook van het vliegen samen met andere leden, in tweezitters of met een paar éénzitters, kun je altijd veel leren. 

Alvast inlezen?

Op www.zweefvliegopleiding.nl vind je de diverse Nederlandse theorieboeken in PDF formaat.